Je staat voor de keuze, in een auto met benzinemotor blijven rijden of ga je elektrisch. Daar zitten wel wat verschillen tussen. We praten daarover in dit artikel.
Benzinemotor
In 1876 kwam Otto met een viertaktmotor, de Otto motor. Carl Benz toonde zijn eerste automobiel in 1885 en patenteerde zijn “motorwagen” het jaar erop (lees hier het hele verhaal). Hoewel er hier en daar andere ontwikkelingen waren, wordt het automobiel van Benz als het eerste gezien, en dat had een benzinemotor. De benzinemotor is dus al heel oud, maar is natuurlijk wel geëvolueerd. Zo hebben benzinemotoren nu een elektronische brandstofinjectie, wat uiteraard goed is voor het brandstofverbruik, en is de benzine loodvrij. Beide ontwikkelingen verminderen de uitstoot van verbrandingsgassen, zoals CO2. Het is natuurlijk een gegeven, dat het aantal auto’s met benzinemotor het aantal met elektromotor nog in de schaduw plaatst. Dat betekent onder meer een ruime keuze uit modellen en gemakkelijk verkrijgbare onderdelen. Verder zijn er veel tankstations en is de actieradius van de benzineauto relatief groot. Bij een auto met een benzinemotor moet je er rekening mee houden dat de overheid aan de ene kant de aanschaf van een auto met een elektromotor stimuleert met subsidies en aan de andere kant steeds strengere eisen stelt aan de CO2-uitstoot.
Elektromotor
Auto’s met een elektromotor zijn een relatief nieuw verschijnsel. Door de maatregelen van de overheid zal het aandeel van de elektrische auto op de weg toenemen. Als we vergelijkbaar met de benzinemotor hierboven, de productie van de elektrische energie buiten beschouwing laten, dan is de elektrische motor natuurlijk heel schoon. Het is ondenkbaar dat de volledig elektrische auto een tijdelijk verschijnsel wordt. Of de hybride en plug-in hybride elektrische auto’s blijvertjes zullen zijn, is moeilijk in te schatten. Het aantal modellen van volledig elektrische auto’s is nog beperkt en je moet er net een kunnen vinden, die bij je wensen past. De actieradius van een volledig elektrische auto is nog niet erg groot, maar is wel groeiende. Dat laatste geldt ook voor het aanbod van snellaadlocaties en openbare laadpalen. Je kunt natuurlijk je eigen laadpunt nemen, en als je niet veel rijdt, heb je wellicht geen openbare voorziening nodig. Als de aanschafprijs een obstakel vormt, dan zou je kunnen denken aan het leasen van een elektrische auto.
Acoustic Vehicle Alerting System (AVAS)
Hoewel de geluidloosheid van de elektromotor natuurlijk heel prettig kan zijn, kan die tegelijkertijd een probleem zijn voor andere weggebruikers, met name voor blinden en slechtzienden. Het ‘department of transportation’ in de VS heeft vastgesteld dat elektrische auto’s significant vaker betrokken zijn bij aanrijdingen met voetgangers. Daarom is er voor nieuwe elektrische auto’s inmiddels een AVAS verplicht. De EU-verordening hierover schrijft voor, dat elektrische auto’s die langzamer rijden dan 20 km/uur een geluid moeten voortbrengen, dat lijkt op dat van een verbrandingsmotor, met een volume van tussen 56 en 75 decibel. Men vindt dat de autobanden boven de genoemde snelheid voldoende geluid produceren. Het AVAS dient ook te werken bij achteruitrijden. Het systeem mag worden uitgezet, als men bijvoorbeeld ’s nachts door een woonwijk rijdt.
Verschillen tussen elektrisch rijden en benzine
